De Eerwaarde Cakkhupala

Is het een geheimzinnig bovennatuurlijk wezen dat de wereld heeft gecreëerd, of creëren wij zelf onze wereld en de omstandigheden waarin wij leven?

Lijden achtervolgt hem die kwaad doet, net zoals het wiel de hoef van de os volgt die de kar trekt.

001. De geest is de voorloper van alle dingen, de geest is hun leider, ze zijn door de geest geschapen. Als iemand spreekt of handelt met onzuivere gedachten, volgt lijden dat daardoor is veroorzaakt, zoals het wiel de hoef van de os volgt.

manopubbangama dhamma manosettha manomaya manasa ce padutthena bhasati va karoti va tato nam dukkhamanveti cakkam'va vahato padam

Alles wat wij ervaren, begint bij gedachten. Onze woorden en daden ontstaan uit gedachten. Als wij spreken of handelen met kwade gedachten, dan zijn onaangename ervaringen en omstandigheden onvermijdelijk. Wij creëren dan slechte omstandigheden, waar wij ook heengaan, omdat we slechte gedachten met ons meedragen. Dit lijden kunnen we niet van ons afschudden zolang we gebonden zijn aan onze kwade gedachten. Dit is zoals het wiel van een kar dat de hoeven volgt van een os die aan een kar gespannen is. Het karrenwiel, tezamen met de zware last van de kar, blijft de trekkende os volgen. Het dier is aan deze zware last gebonden en kan die niet verlaten.

Terwijl de Boeddha in het Jetavana klooster verbleef, sprak de Boeddha dit vers, met verwijzing naar Cakkhupala, een blinde monnik.

Tijdens een bepaalde gebeurtenis kwam de monnik Cakkhupala hulde betuigen aan de Boeddha in het Jetavana klooster. Op een nacht, toen hij in meditatie op en neer liep, stapte de monnik per ongeluk op een paar insecten. Toen in de morgen een aantal monniken de monnik bezocht, vonden zij de dode insecten. Ze kregen een verkeerd beeld over de monnik en informeerden de Boeddha over het voorval. De Boeddha vroeg hen of zij hadden gezien of de monnik de insecten doodde. Toen zei dit ontkende, zei de Boeddha: "Net zoals jullie hem niet hebben zien doden, zo ook heeft hij niet die levende wezens gezien. Bovendien, omdat de monnik reeds Arahatschap (Arahatta) verworven heeft, kon hij niet de intentie hebben om te doden, dus is hij onschuldig." Toen hem gevraagd werd waarom Cakkhupala blind was, hoewel hij een Arahat was, vertelde de Boeddha het volgende verhaal.

Eens maakte hij een vrouw doelbewust blind

Cakkhupala was in één van zijn vorige levens een geneesheer. Eens maakte hij doelbewust een vrouwelijke patiënt blind. De vrouw beloofde om, samen met haar kinderen, zijn slaaf te worden als haar ogen volledig waren genezen. Uit angst dat zij en haar kinderen zijn slaven zouden worden, loog ze tegen de geneesheer. Ze vertelde hem dat het steeds slechter met haar ogen ging, terwijl die in werkelijkheid perfect genezen waren. Maar de geneesheer wist dat ze hem bedroog, en uit wraak gaf hij haar een ander zalfje dat haar volledig blind maakte. Als een gevolg van deze kwade daad, verloor de geneesheer zelf zijn gezichtsvermogen in vele levens die nog volgden.

Uitleg vertaling vers 1

dhamma manopubbhangama manosettha manomaya ce padutthena manasa bhasati va karoti va tato dukkham nam anveti vahato padam cakkam iva

dhamma: ervaring; manopubbhangama: gedachten gaan vooraf; manosettha: gedachten zijn overheersend; manomaya: door gedachten gecreëerd; ce: daarom; padutthena: (met) onzuivere; manasa: gedachten; bhasati va: (iemand) spreekt; karoti va: of handeld; tato: daarom; dukkham: lijden; nam: die persoon; anveti: volgt; vahato padam: trekkende dier; cakkam iva: zoals het wiel van de kar

Commentaar

Wijzelf zijn de scheppers van onze eigen wereld

De eerste twee verzen van de Dhammapada openbaren een belangrijk concept binnen het boeddhisme. Terwijl de meeste religies het als een belangrijk deel van hun dogma beschouwen dat de wereld is gecreëerd door een bovennatuurlijk wezen dat zij 'God' noemen, onderwijst het boeddhisme dat alles wat wij ervaren (zowel de wereld als ons zelf) gecreëerd is door gedachten, oftewel door het cognitieve proces van zintuiglijke waarneming en denkbeelden. Dit bewijst tevens dat schrijvers over boeddhisme het mis hebben wanneer zij stellen dat de Boeddha zwijgt wanneer het gaat over het begin van de wereld. In de Rohitassa Sutta (A04-045) van de Anguttara Nikaya, geeft de Boeddha duidelijk aan dat de wereld, het begin van de wereld, het einde van de wereld, en de weg die leidt naar het einde van de wereld, allemaal in dit lichaam zijn dat slechts een vadem groot is, met haar waarnemingen en denkbeelden.

Het woord 'mano' wordt gewoonlijk vertaald als 'geest'. Maar de Boeddha neemt een fenomenologisch[1] standpunt aan in de geest-lichaam controverse die filosofen door de geschiedenis heen heeft getart. De dualiteit 'geest' en 'lichaam' is door de Boeddha verworpen. De Boeddha legt in de Sabba Sutta (S35-023) van de Samyutta Nikaya uit, dat alles waarover wij kunnen praten, zintuiglijke ervaring is, inclusief gedachten of denkbeelden als het zesde zintuig. De termen nama en rupa, die gewoonlijk als 'geest' en 'lichaam' worden vertaald, zijn niet twee 'entiteiten' die samengaan in relatie tot elkaar. Het zijn slechts twee manieren om te kijken naar de enkelvoudige 'activiteit', die 'ervaring' wordt genoemd.

Nama (letterlijk: benoeming) is 'ervaring', subjectief gezien als 'het mentale proces van het identificeren van een object' (rupa kaya adhivacana sampassa). Rupa (verschijning) is ook 'ervaring', objectief gezien als een 'entiteit' die is waargenomen en ontvangen door het mentale proces van identificatie (nama kaye pathiga sampassa).

Mano verwijst naar 'gedachten' oftewel het mentale proces van beeldvorming dat tot een geheel samengevoegd wordt en waarvan de inhoud gehaald wordt uit de verschillende beelden die door verschillende gewaarwordingen zijn aangereikt. Deze betekenisvolle totale 'ervaring' is dhamma, subjectief gezien als de 'identificatie van een entiteit' (nama) en objectief gezien als de 'geïdentificeerde entiteit' (rupa). Dhamma, hetgeen deze 'betekenisvolle totale ervaring' is, wordt normaalgesproken gezien als een aangename of onaangename omstandigheid (loka dhamma).

Naar het Woordenboek ariya atthangika magga: Edele Achtvoudige Pad. Zie voor aanvullende informatie over dit onderwerp de uitleg van de eerste twee factoren (juist begrip en juiste gedachten).

Eindnoten

[1] Fenomenologie: de leer die wil trachten zonder enig vooroordeel de dingen te leren kennen zoals zij zich voordoen.

RegID: Dhp001
Bijgewerkt op: 16 september 2004
Auteur: Peter van Loosbroek - Ananda
Locatie: www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright: Zie voor gebruik van deze tekst www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overige informatie: Dhammapada 1