Hij is geen brahmaan vanwege zijn geslacht. Niets bezittend, ongehecht; dat is inderdaad een waar brahmaan. |
396. Ik noem iemand niet een brahmaan omdat hij geboren is via de baarmoeder van een hoogstaande moeder. Als hij een bezitter is van bezoedelingen, dan is hij slechts een 'meneer-zegger'. Maar hij die vrij van bezoedelingen en hechten is, hij is degene die ik een brahmaan noem. na ca'ham brahmanam brumi yonijam mattisambhavam bhovadi nama so hoti sa ce hoti sakińcano akińcanam anadanam tamaham brumi brahmanam Ik noem een persoon niet een brahmaan louter omdat hij via de baarmoeder van een brahmaanse moeder is geboren. Noch noem ik een persoon een brahmaan louter omdat hij mensen met 'meneer' (bho) aanspreekt als hij vol bezoedelingen is. Ik noem een persoon een brahmaan als hij vrij van bezoedelingen en vrij van hechten is. Ten tijde van de Boeddha waren de brahmanen bedreven in allerlei externe rituelen. Zij waren beleefd en hoffelijk en spraken mensen aan met 'bho' (meneer). Maar de Boeddha stelde dat zulk een beleefd en hoffelijk gedrag niet voldoende was. Om zich voor de titel 'brahmaan' te kwalificeren, moesten zij innerlijk, spiritueel zuiver zijn. Zo niet, dan bleven zij slechts 'meneer-zeggers'. Ook tegenwoordig zijn er mensen die met beleefd spreken zich op een hoger niveau denken te plaatsen dan anderen, een vorm van hooghartigheid. |
Deze Detailpagina wordt zo snel mogelijk verder uitgewerkt. Zie de pagina Dhammapada info voor meer informatie.
RegID: | Dhp396 |
Bijgewerkt op: | 24 mei 2006 |
Auteur: | Peter van Loosbroek - Ananda |
Locatie: | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright: | Zie voor gebruik van deze tekst www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overige informatie: | Geen |