Lijden achtervolgt hem die kwaad doet, net zoals het wiel de hoef van de os volgt die de kar trekt. |
001. De geest is de voorloper van alle dingen, de geest is hun leider, ze zijn door de geest geschapen. Als iemand spreekt of handelt met onzuivere gedachten, volgt lijden dat daardoor is veroorzaakt, zoals het wiel de hoef van de os volgt. manopubbangama dhamma manosettha manomaya manasa ce padutthena bhasati va karoti va tato nam dukkhamanveti cakkam'va vahato padam Alles wat wij ervaren, begint bij gedachten. Onze woorden en daden ontstaan uit gedachten. Als wij spreken of handelen met kwade gedachten, dan zijn onaangename ervaringen en omstandigheden onvermijdelijk. Wij creëren dan slechte omstandigheden, waar wij ook heengaan, omdat we slechte gedachten met ons meedragen. Dit lijden kunnen we niet van ons afschudden zolang we gebonden zijn aan onze kwade gedachten. Dit is zoals het wiel van een kar dat de hoeven volgt van een os die aan een kar gespannen is. Het karrenwiel, tezamen met de zware last van de kar, blijft de trekkende os volgen. Het dier is aan deze zware last gebonden en kan die niet verlaten.
|
Geluk volgt hem die goed doet, net zoals een schaduw iemand nooit verlaat. |
002. De geest is de voorloper van alle dingen, de geest is hun leider, ze zijn door de geest geschapen. Als iemand spreekt of handelt met zuivere gedachten, volgt geluk dat daardoor is veroorzaakt, zoals iemands schaduw die hem nooit verlaat. manopubbangama dhamma manosettha manomaya manasa ce pasannena bhasati va karoti va tato nam sukhamanveti chaya'va anapayini Alles wat de mens ervaart ontspruit uit gedachten. Als zijn gedachten goed zijn, dan zullen woorden en daden ook goed zijn. Het gevolg van goede gedachten, woorden en daden, zal geluk zijn. Dit geluk verlaat de persoon, wiens gedachten goed zijn, nooit. Geluk zal hem altijd blijven volgen, net zoals zijn schaduw die hem nooit verlaat.
|
De haat van hen die steeds piekeren over het kwaad dat hen is aangedaan, blijft groeien. |
003. Wie vijandigheid in zich draagt zoals: 'Hij heeft mij beledigd en geslagen, hij heeft mij verslagen en beroofd.' In hen waarin zulke gedachten steeds terugkeren, verdwijnt haat nooit. akkocchi mam, avadhi mam, ajini mam ahasi me ye tam upanayhanti veram tesam na sammati Wanneer iemand vast blijft houden dat hij beledigd is, geslagen is, verslagen is of beroofd is, zal zijn woede alleen maar toenemen. De boosheid van zulk een persoon kan met geen mogelijkheid afnemen. Hoe meer hij toegeeft aan deze mentale problemen, des te groter zijn verlangen groeit om zich te wreken. |
Zij die niet piekeren over het kwaad dat hen is aangedaan, worden kalm. |
004. Wie geen vijandigheid in zich draagt zoals: 'Hij heeft mij beledigd en geslagen, hij heeft mij verslagen en beroofd.' In hen waarin zulke gedachten niet terugkeren, verdwijnt haat. akkocchi mam avadhi man ajini mam ahasi me ye tam na upanayhanti veram tesupasammati Hoewel men in een menselijke gemeenschap leeft, ruziën mensen vaak met elkaar. Wanneer zulke toestanden zich voordoen, blijven mensen vaak denken aan het verkeerde dat hen door anderen is aangedaan. Hun boosheid neemt daardoor toe. Maar in hen die het verkeerde dat hen is aangedaan, vergeven en vergeten, verdwijnt boosheid snel. Zij zijn vreedzaam. |
Haat wordt nooit overwonnen door te haten. Alleen niet-haat (liefdevolle vriendelijkheid) overwint haat. |
005. In deze wereld wordt haat nooit door haat overwonnen; haat wordt overwonnen door vriendschap. Dit is een tijdloze wijsheid. na hi verena verani sammantidha kudacanam averena ca sammanti esa dhammo sanantano Zij die haat met haat pogen te overwinnen zijn als krijgers die wapens ter hand nemen om anderen te overwinnen die reeds bewapend zijn. Dit maakt geen einde aan haat, maar geeft het juist ruimte om te vermeerderen. Oude wijsheid echter, is een voorstander van een andere tijdloze strategie om haat te overwinnen. Deze eeuwige strategie is om haat in contact te brengen met niet-haat oftewel liefdevolle vriendelijkheid, de tegenpool van haat. De methode om haat met haat te overwinnen is nooit succesvol in het overwinnen van haat. Maar de methode om haat met niet-haat (liefdevolle vriendelijkheid, vriendschap, etc.) te overwinnen is eeuwig effectief. Dat is waarom die methode wordt beschreven als eeuwige wijsheid. |
Velen beseffen niet dat het leven eindigt in de dood. Het overdenken van de dood voorkomt geruzie. |
006. Anderen in deze wereld begrijpen niet dat wij allemaal eens moeten sterven, maar van hen die dat begrijpen neemt het geruzie af. pare ca na vijananti mayamettha yamamase ye ca tattha vijananti tato sammanti medhaga De meesten onder ons zijn niet bereid om de realiteit van vergankelijkheid en dood onder ogen te zien. Het is vanwege dit feit dat we vergeten dat ons leven tijdelijk is, dat wij ruzie met elkaar maken, alsof we voor altijd blijven leven. Maar als we het feit van de dood in ogenschouw nemen, zal ons geruzie tot een einde komen. Wanneer we beseffen dat wijzelf gedoemd zijn te sterven, zullen we ons de dwaasheid van vechten realiseren. Opgewonden door emoties is onze geest bewolkt en kunnen we niet de waarheid van het leven zien. Echter, wanneer we de waarheid zien, zullen onze gedachten eerder vrij worden van boze gevoelens. |
De dood overmant de zintuiglijke, ongedisciplineerde en vraatzuchtige zoals de wind een zwakke boom omver trekt. |
007. Hij die verblijft bij het aantrekkelijke van de zintuigen, wiens vermogens ongecontroleerd zijn, wie in voedsel geen matiging kent, wie futloos en lui is; zo iemand werpt Mara omver zoals de wind een zwakke boom omverwerpt. subhanupassim viharantam indriyesu asamvutam bhojanamhi amattannum kusitam hinaviriyam tam ve pasahati maro vato rukkham'va dubbalam Zij die verblijven bij het aantrekkelijke van de zintuiglijke geneugten en leven met de zintuigen onbewaakt en geen matiging kennen in eten, zijn futloos en lui als het op doorzettingsvermogen en wilskracht aankomt. Emoties overweldigen zulk een persoon net zo makkelijk zoals de wind een zwakke boom overweldigt. |
De dood overmant de standvastige denker niet, zoals ook de wind een sterke rots niet doet bewegen. |
008. Hij die verblijft bij het onaantrekkelijke van de zintuigen, wiens vermogens goed onder controle zijn, wie matigheid in voedsel kent, wie vol vertrouwen is, wie energiek is; zo iemand werpt Mara niet omver zoals de wind ook niet een grote rots omverwerpt. asubhanupassim viharantam indriyesu susamvutam bhojanamhi ca mattannum saddham araddha viriyam tam ve nappasahati maro vato selam'va pabbatam Zij die verblijven bij het onaantrekkelijke van de zintuiglijke geneugten en leven met de zintuigen bewaakt en matiging kennen in eten, zij zijn toegewijd aan de Leer en volhardend in methodische beoefening. Zulke personen worden niet door emoties overweldigd zoals een grote rots ook niet door de wind wordt bewogen. |
Zij die besmet zijn, die ongecontroleerd en verstoken zijn van waarheidliefde, verdienen het gewaad niet. |
009. Iemand die het geverfde gewaad draagt, die ongezuiverd is van bezoedelingen, geen controle op zijn emoties heeft en geen gewaarzijn van realiteit heeft, is het geverfde gewaad niet waardig. anikkasavo kasavam yo vattham paridahessati apeto damasaccena na so kasavamarahati Een monnik kan besmet zijn met bezoedelingen, verstoken zijn van zelfbeheersing en gewaarzijn van realiteit. Zulk een monnik, hoewel hij het 'geverfde gewaad' draagt (het gewaad van de monnik dat speciaal geverfd is met verfstof van wilde planten), is het niet waardig zulk een heilig kleed te dragen. |
De onbezoedelden en sterk in moreel gedrag, gedisciplineerd en waarheidlievend, zij zijn het die het geverfde gewaad waardig zijn. |
010. Maar hij die gezuiverd is van smetten, zichzelf stevig tot moreel gedrag zet, die rustig is, controle op zijn emoties heeft en gewaarzijn van realiteit heeft, is het geverfde gewaad zeker waardig. yo ca vantakasavassa silesu susamahito upeto damasaccena sa ve kasavamarahati Wie het 'geverfde gewaad' aandoet, die vrij is van de smet van bezoedelingen, die van goed gedrag is en innerlijk kalm is, zijn emoties onder controle heeft en gewaar is van realiteit, zulk een persoon is het 'geverfde gewaad' waardig. |
Zij die het niet waardevolle opvatten als het waardevolle en het waardevolle als het niet waardevolle, bereiken, misleid als zij zijn, het waardevolle niet. |
011. Dat wat geen waarde heeft wordt gezien als waardevol, en wat waarde heeft wordt gezien als zonder waarde. Door het in standhouden van verkeerde aspiraties, bereiken zij nooit datgene wat waardevol is. asare saramatino sare ca saradassino te saram nadhigacchanti miccha sankappagocara Een persoon die geïnteresseerd is in spirituele voortgang moet zich gewaar zijn van spirituele waarden. Het is zeker waar dat ook materiele dingen noodzakelijk zijn in het leven. Maar dat zijn niet de waarden die gezocht moeten worden voor spirituele ontwikkeling. Als mensen meer belang hechten aan materiele dingen, kunnen zij geen spirituele hoogten bereiken. |
Door het waardevolle te beschouwen als het waardevolle, het niet waardevolle als het niet waardevolle, zijn zij correct geleid en bereiken zij het ware. |
012. Dat wat waarde heeft herkennen zij als waardevol en het niet waardevolle als het niet waardevolle. Door het in standhouden van juiste aspiraties, bereiken zij datgene wat waardevol is. saram ca sarato natva asaram ca asarato te saram adhigacchanti samma sankappa gocara De wijze persoon die in staat is om de juiste waarden te herkennen die tot spirituele voortgang leiden, is bekwaam om spirituele hoogten te bereiken. Zulk een persoon is in het bezit van de juiste aspiraties. |
Hartstocht doordringt de onontwikkelde en ongecultiveerde geest zoals de regen een slecht gedekt dak doordringt. |
013. Zoals de regen door een slecht gedekte woning dringt, zo dringt hartstocht door in een slecht ontwikkelde geest. yatha garam ducchannam vutthi samativijjhati evam abhavitam cittam rago samativijjati Het is van groot belang dat een huis een goed gedekt dak heeft. Als de dekking zwak is, sijpelt de regen er doorheen het huis binnen. Net zoals het slecht gedekte dak de regen binnenlaat, is ook de ongecultiveerde aard open voor hartstochten. Het karakter dat niet gecultiveerd is, is makkelijk door hartstocht te doordringen. |
Hartstocht doordringt niet de ontwikkelde en gecultiveerde geest zoals de regen een goed gedekt dak niet doordringt. |
014. Zoals de regen nooit door een goed gedekte woning dringt, zo dringt hartstocht nooit door in een goed ontwikkelde geest. yatha garam succhannam vutthi na samativijjhati evam subhavitam cittam rago na samativijjhati Wanneer het huis beschermd wordt door een goed gedekt dak, wordt het in het geheel niet beschadigd door de regen, omdat het water er niet doorheen kan sijpelen. Op dezelfde manier staat een goed gecultiveerd karakter het doorkomen van hartstocht niet toe. |
Wanneer hij zijn eigen onzuivere wilshandelingen ziet is de kwaaddoener aangetast, hier en in het hiernamaals. |
015. Hier lijdt iemand en in het hiernamaals lijdt iemand; op beide manieren lijdt degene die kwaad doet. Iemand lijdt en wordt gekweld wanneer hij zijn eigen onzuivere wilshandelingen ziet. idha socati pecca socati papakari ubhayattha socati so socati so vihaññati disva kammakilittham attano Het verhaal van Cundasukarika bevestigd de uitspraak van het eerste vers van de Dhammapada (Dhp001), namelijk dat kwaad alleen maar kwaad voortbrengt vanwege de gevolgen. Ook dat sommige van de gevolgen van kwade daden in dit huidige leven ondervonden worden. |
Doordat de verrichter van goede daden de goedheid van zijn daden ziet, is hij gelukkig in beide werelden. |
016. Hier is iemand gelukkig en in het hiernamaals is iemand gelukkig; op beide manieren is degene die goed doet gelukkig. Iemand is gelukkig en verheugt zich wanneer hij zijn eigen zuivere wilshandelingen ziet. idha modati pecca modati katapuñño ubhayattha modati so modati so pamodati disva kammavisuddhimattano Een wijs mens verricht goede daden. Nadat hij die goede daden verricht heeft, verheugt hij zich hier in deze wereld. Hij verheugt zich ook in het leven hierna. Wanneer hij de zuiverheid van zijn deugdzame daden ziet, verheugt hij zich. Hij is door en door gelukkig wanneer hij de goedheid van zijn wilshandelingen ziet. |
De kwaaddoener lijdt in deze wereld en in het leven na de dood, en nog veel meer wanneer hij in een ellendige sfeer wordt geboren. |
017. Hier brandt iemand en in het hiernamaals brandt iemand; op beide manieren brandt degene die kwaad doet. Berouwvol brandt iemand: 'ik heb kwaad begaan', en nog meer brandt iemand nadat hij naar een ellendige sfeer is gegaan. idha tappati pecca tappati papakari ubhayattha tappati papam me katan'ti tappati bhiyyo tappati duggatim gato Zij die kwaad begaan, zij die zich schuldig maken aan foute zaken, worden in de geest gekweld, hier en in het leven hierna. Nadat hij na de dood in een sfeer van ellende is geboren, blijft de kwaaddoener zich nog meer kwellen met de gedachten: 'Ik heb kwade daden begaan.' |
De verrichter van goede daden is gelukkig in deze wereld en in het leven hierna. Nog gelukkiger is hij als hij in een zegenrijke sfeer is wedergeboren. |
018. Hier is iemand gelukkig en in het hiernamaals is iemand gelukkig; op beide manieren verheugt zich degene die goed doet. Sereen is hij: 'verdiensten heb ik verricht', en nog meer verheugt hij zich nadat hij naar een zegenrijke sfeer is gegaan. idha nandati pecca nandati katapuñño ubhayattha nandati puññam me katan'ti nandati bhiyyo nandati suggatim gato De persoon die goede en deugdzame daden heeft verricht, is gelukkig in deze wereld. Wanneer hij na de dood naar een aangename sfeer van bestaan is gegaan, is hij nog veel gelukkiger. Op deze manier verheugt hij zich in deze wereld en in de volgende. In beide werelden verheugt hij zich omdat hij zich realiseert dat hij deugdzame daden heeft verricht. |
De Dhamma reciteren zonder de Dhamma te beoefenen, is zonder resultaten. Het is zoals het tellen van het vee dat van iemand anders is. |
019. Hoewel hij vele heilige teksten reciteert, is de onachtzame geen beoefenaar. Hij is zoals een koeienherder die de koeien van een ander telt. In het monnikschap heeft hij geen enkel aandeel. bahumpi ce sahitam bhasamano na takkaro hoti naro pamatto gopo'va gavo ganayam paresam na bhagava samaññasa hoti Sommige personen kunnen de woorden van de Boeddha zeer uitgebreid kennen en ze allemaal herhalen. Maar door ze alleen maar te uiten, verzaakt men het om ernaar te leven. Als gevolg daarvan bereiken zij geen religieuze verworvenheden. Zo iemand geniet niet de vruchten van het 'kluizenaarsleven'. Dit is zoals bij het leven van een koeienherder die op de koeien van een ander let. De koeienherder brengt de koeien in de morgen naar het weiland en in de avond brengt hij ze terug naar het huis van de eigenaar. Hij ontvangt slechts het arbeidsloon dat daarvoor staat. |
Beoefening van de Dhamma, al is het zonder veel te reciteren, maar volledig ongehecht, dat is waarmee iemand zich voor het monnikschap kwalificeert. |
020. Hoewel hij weinig teksten reciteert, maar zijn oefening in Dhamma voortzet, als hij vrij van hartstocht, haat en onwetendheid is, wijsheid geperfectioneerd heeft, en in de geest goed bevrijd is, dan heeft hij zeker aandeel in het monnikschap. appam pi ce sahitam bhasamano dhammassa hoti anudhammacari ragam ca dosam ca pahaya moham sammappajano suvimuttacitto anupadiyano idha va huram va sa bhagava samaññassa hoti Iemand kan een echte waarheidzoeker zijn ofschoon het kan zijn dat hij weinig woorden van de Boeddha herhaalt. Het kan zijn dat hij niet in staat is om religieuze teksten uitgebreid te herhalen. Maar als hij volhardend is in de Leer van de Boeddha, leeft in overeenstemming met de Leer van de Boeddha, als hij zich bevrijd heeft van begeerte, haat en onwetendheid, hij een goed doordringende ervaring heeft en vrij is van wereldse dingen, dan neemt hij deel aan het leven van een verzaker. |