Een boeddhistische uitvaart

Dit document geeft voorbeeldteksten voor een boeddhistische uitvaart. In een boeddhistische dienst is het van belang dat de kern van de boeddhistische Leer belicht wordt. De realiteit die de Leer weergeeft, is een vertroosting voor de nabestaanden. Begrip verzacht het lijden.

Inhoudsopgave

Uitleg en tips

Opening

NaamOverledene

Het lijden en het ophouden van lijden

Alle wezens die geboren worden moeten eens sterven

Jara Sutta

Salla Sutta

Vergankelijkheid

Ben de dood indachtig

Het verhaal van Patacara

De kwaliteit van het leven is belangrijker dan de lengte

De parabel van de man en de honing

De dingen zien zoals ze zijn

Fragmenten uit de Maha Parinibbana Sutta

Door het begrijpen van de Vier Edele Waarheden

De zeer ernstige ziekte van de Gezegende

De laatste aansporing

Ananda's verdriet

De brul van de leeuw

De Gezegende spoort voor de laatste maal aan

Slotwoord

Uitleg en tips

  1. Neem altijd contact op met de uitvaart maatschappij en laat weten door wie de dienst wordt gehouden.
  2. Voordat je een programma gaat samenstellen, is het verstandig om na te gaan hoeveel tijd er beschikbaar is voor de dienst. Je kunt dat navragen bij de maatschappij die de uitvaart regelt.
  3. De tekst die in tabellen en de tekst tussen vierkante haken ([voorbeeld]) is opgenomen dient uitsluitend ter informatie voor de lezer en moet dus niet worden voorgelezen. De overige tekst in de rubriek en kopjes wel. De tekst tussen haken is ook van een gele achtergrond voorzien zoals in het voorbeeld hiervoor (behalve de tekst in de rubriekaanduidingen). Wil je die achtergrondkleur ook afdrukken, dan moet je de browser daarvoor instellen. In Internet Explorer: menu Tools (Extra) >>> Internet Options... >>> tabblad Advanced (Geavanceerd) >>> categorie Printing >>> Print background colors and images.
  4. .
  5. Het is de bedoeling dat ook de titels van de rubrieken door de prediker worden voorgelezen, en ook de overige tekst die niet tussen vierkante haken staat.
  6. Stel zelf een programma samen door de gewenste tekst naar bijvoorbeeld een Word document te kopiëren. Pas eventueel het een en het ander aan. Nadat je de tekst in Word hebt geplakt, kun je het beste het opmaakprofiel Standaard aan de geplakte alinea's toewijzen (of een zelf gedefinieerd opmaakprofiel). Maak het programma niet te langdradig.
  7. Het is verstandig om voor elk tekstblok de tijd (voor zover onbekend) op te nemen en deze te noteren teneinde miscalculaties in tijd te voorkomen.
  8. Sommige rubrieken hebben een andere naam gekregen dan in de oorspronkelijke teksten omdat de titel in de oorspronkelijke teksten niet altijd geschikt is voor dit doeleinde.
  9. Degene die de teksten voorleest, moet zich daar goed in trainen. Lees rustig en neem de tijd. Probeer gekunsteldheid te voorkomen. Gewoon rustig en duidelijk voorlezen is hierin het belangrijkst. Zo nu en dan een korte rustpauze na een zeer belangrijke zin, geeft een speciale dimensie aan het geheel: bovendien kan een essentiële zin dan beter tot de luisteraars doordringen. Het kweken van begrip is essentieel.
  10. Let erop dat het uiteindelijke 'programma' qua tekst niet te eenzijdig wordt. Het is dan wel belangrijk om bij de luisteraars begrip te kweken omtrent de dood en dat dat onderwerp niet geschuwd moet worden. Het is echter zeker zo belangrijk om de uitweg uit het lijden te belichten; dit geeft mensen goede moed en kan hen sterken. In de hier gegeven voorbeeldteksten is die evenwicht redelijk aanwezig.
  11. De verwijzingen in dit document zijn slechts voorbeelden, maar in het Theravada Archief zijn nog veel meer mooie en gepaste teksten beschikbaar. Je kunt bijvoorbeeld een paar mooie Dhammapada's uitkiezen (klik hier Dhp000), verzen van nonnen (klik hier Thip00-000), verzen van monniken (klik hier Thag00-000) etc. etc.
  12. Neem tijdig contact op met de familie van de overledene en maak kenbaar dat als er nog meer mensen zijn die iets willen voorlezen of zeggen, dat zij dat dan z.s.m. moeten laten weten. Als je zoiets op het laatste moment gaat regelen, kom je geheid in de problemen met je programma qua tijd.

[Opening]

Tijd: X minuten.
Bron: ti saranagamana
Toelichting: Het kan zijn dat iemand je heeft gevraagd (om welke reden dan ook) om de dienst te verzorgen terwijl de overledene geen boeddhist is. In een dergelijk geval zou het wellicht beter zijn om deze rubriek niet in het programma op te nemen.

Beste broeders en zusters, hartelijk welkom op deze uitvaart van [NaamOverledene]. Ik zal deze dienst op traditionele boeddhistische wijze openen.

[Hulde aan de Boeddha.]

[Het nemen van de drievoudige toevlucht.]

NaamOverledene

Tijd: X minuten.
Bron:
Toelichting: Vervang de titel van deze rubriek door de naam van de overledene.

Maak een korte introductie m.b.t. tot de overleden persoon. Vertel eventueel zijn/haar affiniteiten met het boeddhisme. Als onder het publiek een aantal niet-boeddhisten is, is het vooral belangrijk dat zij weten waarom de uitvaart in een boeddhistisch licht staat.

Het lijden en het ophouden van lijden

Tijd: X minuten.
Bron: Dhp309-310; S56-011.
Toelichting: Het is belangrijk om de essentie van de Leer kort en duidelijk te belichten. Twee belangrijke redenen daarvoor: 1. Luisteraars die onbekend zijn met de Leer zullen de dienst beter kunnen volgen en begrijpen. 2. Voor luisteraars die er wel vertrouwd mee zijn, wordt de essentie van de Leer nog eens benadrukt.

[De eerstvolgende 4 alinea's zijn afkomstig van Dhp309-310]

Nadat hij het Nibbana verworven had, liet de Boeddha een onsterfelijke boodschap achter die nog steeds met ons leeft in de wereld van vandaag.

De Boeddha werd geboren om de duisternis van onwetendheid te verdrijven en de wereld te laten zien hoe men zich kan verlossen van lijden en ziekte, ouderdom en dood, en alle zorgen en ellende van levende wezens.

Volgens sommige geloven, zal er van tijd tot tijd een of andere god in deze wereld verschijnen om de slechte mensen te vernietigen en de goede te beschermen. De Boeddha verscheen niet in deze wereld om de slechte mensen te vernietigen, maar om hen het correcte pad te wijzen.

De manier van de Boeddha om de mensheid te redden, is om hen te leren hoe bevrijding gevonden kan worden. Hij was niet geïnteresseerd in het verzachten van een paar 'toevallige' zaken van fysiek en mentaal lijden, maar was meer geïnteresseerd in het openbaren van een pad, het boeddhistische trainingssysteem, dat alle mensen kunnen volgen.

[De volgende alinea's (behalve de eerste) zijn afkomstig van S56-011. De meeste Pali termen en eindnoten zijn hier verwijderd omdat dat ongemak kan opleveren tijdens het voorlezen.]

Kort gezegd heeft de Boeddha ons twee dingen geleerd: het lijden en het ophouden van dat lijden. Nadat hij de volmaakte Verlichting gerealiseerd had, predikte de Boeddha voor het eerst zijn Leer aan de vijf monniken die eerder, samen met hem, hetzelfde doel nastreefden:

"Monniken, er zijn twee uitersten die niet in praktijk gebracht horen te worden door iemand die het wereldse leven verlaten heeft. Welke zijn deze twee? Er is beoefening van het najagen van plezier in de objecten van zintuiglijke begeerten, hetgeen minderwaardig, laag, vulgair, verachtelijk is, en niet naar het goede leidt; en er is beoefening van zelfkwelling, hetgeen pijnlijk is, verachtelijk, en niet naar het goede leidt."

"Monniken, de Middenweg, welke door de Tathagata begrepen is, vermijdt deze beide uitersten; deze brengt visie voort, deze brengt kennis voort, en deze leidt tot vrede, tot inzicht, tot verlichting, tot Nibbana. En wat is die Middenweg die door de Tathagata begrepen is, die visie voortbrengt, die kennis voortbrengt, en die leidt naar vrede, naar inzicht, verlichting en Nibbana? Dat is eenvoudigweg het Edele Achtvoudige Pad, namelijk: juist begrip, juiste gedachten, juiste spraak, juist handelen, juiste wijze van levensonderhoud, juiste inspanning, juiste indachtigheid, juiste concentratie. Dit is de Middenweg die door de Tathagata begrepen is, die inzicht voortbrengt, die kennis voortbrengt, en die naar vrede, naar inzicht, verlichting en Nibbana leidt."

"Dit monniken, is de Edele Waarheid van lijden: Geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, dood is lijden, verdriet en weeklagen, pijn, smart en wanhoop zijn lijden; gevoegd worden bij het onaangename is lijden, gescheiden worden van het geliefde is lijden, niet krijgen wat men wil, is lijden -- kortom, de vijf groepen (die het object zijn) van hechten, zijn lijden."

"Dit monniken, is de Edele Waarheid van de oorzaak van lijden: het is de hunkering die wedergeboorte veroorzaakt en welke gepaard gaat met hartstocht en wellust, en welke bevrediging zoekt in dingen, dan weer hier, dan weer daar, namelijk: hunkering naar zintuiglijke geneugten, hunkering naar bestaan, en hunkering naar niet-bestaan."

"Dit, monniken, is de Edele Waarheid van de opheffing van lijden: Het is het volledig doen verwelken en doen ophouden, het opgeven, het laten varen, het loslaten en het verwerpen van deze hunkering."

"Dit, monniken, is de Edele Waarheid van het pad dat leidt naar de opheffing van lijden: Het is eenvoudigweg het Edele Achtvoudige Pad, namelijk: juist begrip, juiste gedachten, juiste spraak, juist handelen, juiste wijze van levensonderhoud, juiste inspanning, juiste indachtigheid, juiste concentratie."

[De volgorde van de rubrieken hierna is niet belangrijk.]

Alle wezens die geboren worden moeten eens sterven

Tijd: Deel 1: x minuten. Deel 2: x minuten
Bron: Dhp235-238
Toelichting: Deze rubriek is opgedeeld in twee delen zodat a.d.h.v. de beschikbare tijd of a.d.h.v. de wens gekozen kan worden voor alleen het eerste deel of ook nog het tweede deel.

In Dhp235-238 wordt ook advies voor meditatie gegeven, maar dat is hier weggelaten omdat een advies voor meditatie niet geschikt is voor het doel dat hier gediend wordt.

Deze rubriek te lang? Kies dan de rubriek Vergankelijkheid.

[Deel 1]

Zoals de zon, die zonder te stoppen tussen zonsopgang en zonsondergang beweegt, zo gaat ook het leven van wezens van deze wereld door, van geboorte naar dood. Niets in deze wereld is onsterfelijk. Het leven van een wezen is net zo vergankelijk als een dauwdrop aan het puntje van een grassprietje, vroeg in de morgenzon. Het verdwijnt net zoals een lijn die op het water getrokken wordt of zoals een luchtbel aan de oppervlakte van het water. Het leven komt tot een einde gedurende een van de volgende fases: tijdens de kinderjaren, tijdens de jeugd of bij ouderdom.

Het leven eindigt in de dood. Alle wezens die het leven beginnen, moeten dat ook weer eindigen, want alle dingen die de aard van opkomen in zich hebben, hebben ook de aard van vergaan in zich. Dit is een universele wet, een vaststaand feit. Alle wezens moeten op een dag sterven; daar is niemand van uitgezonderd. Of een gestorven wezen ergens wordt wedergeboren en dus opnieuw geconfronteerd wordt met de dood, hangt af van zijn of haar hevig hunkeren naar zintuiglijke dingen waardoor het wezen zichzelf opnieuw -- en geheel door de eigen wil -- gevangen zet in de cyclus van geboorte en dood, de voorwaarde van lijden.

Alle bezittingen, status, macht etc., moeten bij de dood achtergelaten worden, maar de vruchten van de daden die men met het lichaam, met de spraak en met de gedachten begaat, nemen we met ons mee. Slechte daden dragen bittere vruchten, goede daden dragen zoete vruchten. Daden begaat men zelf, door onze eigen wil verrichten we goede of slechte daden. De vruchten daarvan, zullen ons onafscheidelijk volgen zoals onze schaduw dat doet. Maar een wezen dat het Pad van de Boeddha tot op het hoogste niveau heeft gerealiseerd, heeft zich vrijgemaakt van alle banden. Voor hem is er geen geboorte meer, want zelfs de begeerte naar de allerhoogste sferen is door zijn training volledig uitgerukt. Elke wereld is als een luchtbel voor hem. Hij hecht niet aan het gewordene, het ontstane, het geconditioneerde; hij heeft het ongeconditioneerde bereikt, Nibbana.

De dood is een erfenis die alle wezens hebben verkregen -- of zij mensen, dieren, hemelwezens of brahma's zijn. Het is de ware natuur van deze wereld, dat alles dat eens in het bestaan komt, eens moet ophouden te bestaan. Deze vergankelijkheid die gekarakteriseerd wordt door het in bestaan komen en het verdwijnen, hebben alle bezielde en onbezielde dingen van de wereld gemeen.

Wij moeten ons heel goed in onze geest inprenten dat bomen, bergen, rivieren, steden, oceanen, de zon en de maan, machines en andere werktuigen -- dat al deze dingen onderhevig zijn aan verandering en verval. Alle wezens in de wereld zullen op een dag geconfronteerd worden met 'de drievoudige angst', namelijk ouderdom (jara), ziekte (vyadhi) en dood (marana). Het is onmogelijk deze factoren te weren door bijvoorbeeld rijkdom, status, macht of geleerdheid. Daarom kunnen wij het leven niet aanschouwen als iets dat bevredigend of comfortabel is.

Iemand die nooit aan de dood denkt, kan de vergankelijke natuur van het leven niet begrijpen. De geest van zo'n persoon is vatbaar voor kwaad en gevaarlijke gedachten zoals vijandigheid, wraak, hebzucht, zelfzucht en buitensporige eigendunk. De beoefening van de indachtigheid van de dood is van onnoemelijke waarde om de bovengenoemde kwade gedachten tegen te gaan en om deugden te ontwikkelen zoals vriendelijkheid, sympathische vreugde, eerlijkheid, gelijkmoedigheid, geweldloosheid en vrijgevigheid.

De Boeddha heeft ons laten zien dat er drie hemelse boodschappers in de gemeenschap zijn die ons drie belangrijke lessen leren; het zijn ouderdom, ziekte en de dood. Deze boodschappers ontmoeten we regelmatig. Als je iemand ziet die door ouderdom is uitgeschakeld, denk er dan eens over na dat jijzelf op een dag ook aan zulk een toestand onderhevig bent; wanneer je een zieke persoon ziet, denk dan aan de mogelijkheid dat jijzelf ook door ziekte getroffen kunt worden; wanneer je een begrafenis ziet of een dood lichaam ziet of van de dood hoort, denk er dan over na dat ook jij op een dag zult sterven. Door dat te doen zul je vanzelf de ouderen beginnen te eren, de armen en de zieken helpen en een deugdzaam leven gaan leiden. Bovenal zal het je helpen een eenvoudiger en vertroost leven te leiden door het opgeven van eigendunk die ontstaat door rijkdom, status, machtspositie, geleerdheid en jeugdigheid.

[Deel 2]

Voor de gemiddelde mens is de dood niet een plezierig onderwerp om over te praten. Voor hen is het iets akeligs en iets dat onderdrukt moet worden -- een ware spelbederver, een onderwerp dat alleen geschikt is voor de brandstapel. De gemiddelde mens die ondergedompeld is in het zelf, in het ego, die altijd op zoek is naar het plezierige, altijd hetgeen najaagt dat opwindend is en waardoor de zintuigen tijdelijk worden bevredigd, weigert om halt te houden en serieus na te denken over het feit dat deze objecten van geneugten en bevrediging eens op een dag hun einde zullen bereiken. Als wijze raad niet zegeviert en het de onnadenkende plezierzoekende mens niet aanspoort serieus in ogenschouw te nemen dat de dood ook bij hem kan aankloppen, is het alleen de shock van een verlies onder zijn eigen dak -- de plotselinge en voortijdige dood van een ouder, vrouw of kind -- die hem wakker zal schudden van zijn waanzinnige tour van zintuiglijke bevrediging en hem op ruwe wijze tot de meest harde feiten van het leven doet ontwaken. Alleen dan zullen zijn ogen opengaan, alleen dan zal hij zichzelf beginnen af te vragen waarom er zoiets is als de dood. Waarom is het onvermijdelijk? Waarom zijn er deze pijnlijke scheidingen die het leven zo van vreugde beroven?

Voor de meesten onder ons, moet de aanblik van de dood op een of ander moment, aanleiding hebben gegeven tot de diepste gedachten en meest diepzinnige vragen. Wat is het leven waard, als bekwame lichamen die eens grote daden volbrachten, nu plat en koud op de grond liggen, gevoelloos en levenloos? Wat is het leven waard, als ogen die eens sprankelden van vreugde, ogen die eens vol liefde waren en nu voorgoed gesloten zijn, van hun beweging beroofd zijn en beroofd zijn van leven? Gedachten zoals deze moeten niet onderdrukt worden. Het zijn juist deze vragende gedachten -- die, als ze op een wijze manier worden voortgezet -- tenslotte de mogelijkheden die in de menselijke geest liggen, ontvouwen, om de hoogste waarheid te ontvangen.

Overeenkomstig met de boeddhistische denkwijze, is de dood, in plaats van een onderwerp dat geschuwd en vermeden moet worden, de sleutel die het schijnbare mysterie van het leven blootlegt. Het is door het begrijpen van de dood, dat wij het leven kunnen begrijpen, want de dood is in ruimere zin een deel van het levensproces. In andere zin, zijn leven en dood twee uiteinden van hetzelfde proces, en als je één uiteinde van een proces begrijpt, begrijp je ook het andere. Vandaar dat we door het begrijpen van het doel van de dood, we ook het doel van het leven begrijpen.

Het is de contemplatie van de dood -- de intensieve gedachte dat het ons op een dag zal overkomen -- die de meest harde harten verzacht, de een aan de ander bind met koorden van liefde en mededogen en de barrière van kasten, geloof en ras onder de mensen op deze aarde vernietigt voor iedereen die onderworpen is aan de algemene bestemming van de dood. De dood is een grote gelijkheidsprediker. Eigendunk vanwege geboorte, eigendunk vanwege status, eigendunk vanwege rijkdom, eigendunk vanwege macht moet weggegeven worden door de alles verslindende gedachten aan de onvermijdelijke dood. Het is dit gelijkheidsaspect van de dood waaruit het volgende vers voortkomt:

Scepter en kroon
moeten omver vallen
en worden gelijken in het stof
met de arme gebogen zeis en spade.

Jara Sutta

Tijd: x minuten.
Bron: Snp4-06 (Jara Sutta)
Toelichting: Klik op de bron voor de tekst.

Salla Sutta

Tijd: x minuten.
Bron: Snp3-08 (Salla Sutta)
Toelichting: Klik op de bron voor de tekst.

Vergankelijkheid

Tijd: x minuten.
Bron: Dhp286 (Omgaan met de dood (4))
Toelichting:  

Er zijn in deze wereld mensen met allerlei verschillende achtergronden en die een grote afkeer hebben voor het woord 'dood', laat staan dat zij de dood nader in beschouwing zullen nemen. Verblind door het idee van een lang leven, goede gezondheid, jeugdigheid en voorspoed, vergeten zij volkomen het feit dat zij onderworpen zijn aan de dood. Ondergedompeld in de voorbijgaande plezieren van de vijfvoudige zintuigen, zoeken zij alleen maar naar materiële vooruitgang in de wereld, houden geen rekenschap met een toekomstig leven hierna, en zijn zij toegeeflijk in de onzedelijke gecombineerde daden via het lichaam, de spraak en de gedachten. Zij beschouwen dit vergankelijke en verdwijnende leven als onvergankelijk en altijd blijvend.

Het is om een gevoel van onvoldaanheid te doen ontstaan in deze verblinde en onwetende mensen; het is om het snerpende verdriet te sussen vanwege de scheiding van bezielde objecten zoals ouders en kinderen, en van onbezielde objecten zoals rijkdom en bezittingen; het is om de Leer van vergankelijkheid in alle wezens in te prenten en hen daarbij te overtuigen van het onbevredigende van het leven en hen de weg te wijzen naar een altijd durende vrede -- dat de Boeddha deze woorden predikte.

Iemand die de Leer van de Boeddha niet begrepen heeft, is verblind door het idee van een lang leven en beschouwt zichzelf als onsterfelijk, ondanks het feit dat hij vele doden om zich heen kan zien; hij is verblind door het idee van goede gezondheid en beschouwt zichzelf als zijnde vrij van ziekte, terwijl hij ontelbare zieke mensen om zich heen kan zien; hij is verblind door zijn jeugdigheid en ondanks het feit dat hij veel oude en afgetakelde mensen om zich heen ziet, beschouwt hij zichzelf als iemand die niet onderhevig is aan ouderdom; hij is verblind door rijkdom en voorspoed, terwijl hij ontelbare mensen die aan extreme armoede blootgesteld zijn om zich heen kan zien. En nooit denkt hij er maar één moment over na, dat ook hij aan zo'n staat onderworpen kan zijn.

Ben de dood indachtig

Tijd: x minuten.
Bron: Dhp288-289 (Mediteren op de dood)
Toelichting: Let op. Een dergelijke tekst is ook opgenomen in de rubriek Alle wezens die geboren worden moeten eens sterven.

Granen, rijkdom, zilver, goud of wat voor bezit er ook is: bedienden, ambachtsmensen, ingehuurde werkkrachten en allen die daar aan verbonden zijn. Al deze objecten moeten bij de dood achtergelaten worden; maar wat men ook doet door daad, woord en gedachte, alleen dat behoort tot hem, alleen dat neemt hij met hem mee en alleen dat volgt hem als een onafscheidelijke schaduw.

Alle wezens sterven. Het leven eindigt met de dood. Wezens gaan hun weg overeenkomstig hun daden, zij ervaren de resultaten van hun verdienstelijke én slechte daden. Zij die slechte daden begaan, gaan naar ellendige sferen en zij die verdienstelijke daden begaan, bereiken zegenrijke sferen. Daarom: laat iemand altijd goede daden begaan ten bate van een levensvoorraad elders. Verdienstelijke daden zijn van grote ondersteuning voor wezens in de toekomstige wereld.

Het verhaal van Patacara

Tijd: x minuten.
Bron: Dhp113 (Patacara (1))
Toelichting: Beperk de lezing tot het Dhammapada vers en het verhaal. Klik op de bron voor de tekst.

De kwaliteit van het leven is belangrijker dan de lengte

Tijd: x minuten.
Bron: Dhp113 (Patacara (1))
Toelichting: Indien de vorige rubriek is opgenomen, sla deze rubriek dan over. Deze tekst is vooral geschikt als de overledene op jonge leeftijd gestorven is.

Het hoogste doel in het leven is het verwerven van inzicht in de ware aard van dingen. Daarom sprak de Boeddha dit vers tot Patacara:

Ofschoon iemand honderd jaren kan leven en niet het opkomen en vergaan (van dingen) ziet, dan is één levensdag veel beter als men het opkomen en vergaan wel ziet.

De parabel van de man en de honing

Tijd: x minuten.
Bron: Dhp225 (De parabel van de man en de honing)
Toelichting: Klik op de bron voor de tekst.

De dingen zien zoals ze zijn

Tijd: x minuten.
Bron: De dingen zien zoals ze zijn
Toelichting: Dit is een document dat ook zeer geschikt is voor een niet-boeddhistische uitvaart. Lees niet de context voor.

Fragmenten uit de Maha Parinibbana Sutta

Tijd: x minuten.
Bron: D16 (Het grote heengaan)
Toelichting: De tekstfragmenten uit de Maha Parinibbana Sutta zijn zeer geschikt voor de afsluiting. Maak een keuze uit de voorgestelde teksten.

In deze lezing zijn fragmenten opgenomen uit de laatste dagen van de Boeddha waaruit een selectie is gemaakt.

[Tenzij anders vermeld, de gehele rubriek uit de bron opnemen in het programma.]

Door het begrijpen van de Vier Edele Waarheden

[Klik hier voor de tekst.]

De zeer ernstige ziekte van de Gezegende

[De eerste alinea (2.22) weglaten. Uiteraard ook de woorden 'Einde van de tweede sectie.' Klik hier voor de tekst.]

De laatste aansporing

[Vanaf 3.51 tot en met het vers. Klik hier voor de tekst.]

Ananda's verdriet

[Klik hier voor de tekst.]

De brul van de leeuw

En tot Subhadda, een zwervende asceet die twijfels had omtrent de verschillende leraren met hun religies die beweerden dat zij tot de realiteit ontwaakt waren, zei de Meester dit:

[Tot en met de alinea die eindigt met: '(...) zal de wereld niet verstoken zijn van Arahats.' Klik hier voor de tekst.]

De Gezegende spoort voor de laatste maal aan

[Klik hier voor de tekst.]

[Slotwoord]

Tijd: x minuten.
Bron:  
Toelichting: Stel een korte tekst op voor het slotwoord. Vergeet niet om de nabestaanden veel sterkte te wensen.

[Voorbeeldtekst slotwoord]

Tot slot wil ik u allen vragen om [NaamOverledene], en niet te vergeten [NaamEchtgenoot/NaamEchtgenote] en overige familieleden, vaak liefdevolle gedachten te zenden. Ik wens u allemaal heel veel sterkte toe. Dat [NaamOverledene] en u allen gelukkig en vrij van lijden mogen zijn.

RegID: Div018
Bijgewerkt op: 20 juli 2005
Auteur: Peter van Loosbroek - Ananda
Locatie: www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright: Zie voor gebruik van deze tekst www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overige informatie: Geen